maandag 15 december 2008

Congresverslag Youthwatching '09

De mannen van Trendwolves hebben voor een gratis kaart voor hun Youthwatching conferentie gezorgd, waarvoor wij zeer dankbaar zijn. Youthwatching '09 is een European Youth Marketing Summet over euhm ja jongerenmarketing dus. Het moet gezegd: het was een aangenaam seminarie. Veel jonge mensen (de doelgroep waarover het ging zat dus ook in de zaal én stond nu en dan op het podium), interessante sprekers en cases, een coole locatie (de Eskimofabriek in Gent), en vooral: er was wifi! Verder was er geen spoor te merken van de economische crisis. Integendeel: positivisme alom. Fijn ...

Goeie Marchandise was erbij en heeft een samenvatting gemaakt. Onder het motto 'inhoud is de nieuwe vorm' hier dus: de samenvatting! (met dank aan http://www.youngmarketing.nl/ waar ik hier en daar wat van gepikt heb en http://youtchwatching.com/ voor de foto's).



Martin Lindstrom – martinlindstrom.com


Martin Lindstrom begon de dag met een presentatie van cases uit zien nieuwste boek Buy-ology. Lindstroms punt is dat de meeste (marketing)communicatie gericht is op ons bewustzijn, maar dat wij mensen meestal onbewust gedrag vertonen. Met een neuromarketingstudie van 7 miljoen dollar heeft Lindstrom met zijn team geprobeerd om ons gedrag voor een stukje bloot te leggen.
Lindstrom geeft het voorbeeld van Pepsi vs Coca-Cola: een blinde smaaktest gecombineerd met een fMRI-scan toonde aan dat respondenten Pepsi de lekkerste cola vinden, maar als de merknaam onthuld wordt, herroepen de hersenen die mening en vinden ze Coca-Cola de lekkerste. Dat kan verklaren waarom Coca-Cola marktleider is, hoewel Pepsi steevast als beste cola naar voren komt uit smaaktests.

Een ander voorbeeld zijn de waarschuwingen op sigarettenpakjes. Uit marktonderzoek blijkt dat die waarschuwingen ervoor zorgen dat respondenten de intentie hebben om minder te gaan roken. Althans, dat beweren ze. Uit neuromarketingonderzoek blijkt het omgekeerde: het centrum in onze hersenen dat verantwoordelijk is voor cravings, de zogenaamde nucleus accumbens, wordt actiever mét de waarschuwing dan zonder de waarschuwing. Als gevolg van dit onderzoek is er in de UK alvast een voorstel gelanceerd om de waarschuwingen op de pakjes weer af te schaffen.

Uit Lindstroms neuromarketingonderzoek naar roken blijkt dat ons verlangenscentrum, onze nucleus accumbens, het sterkst gestimuleerd wordt door ... een foto van een rode formule 1 wagen zonder een Marlboro logo. Méér dan door een advertentie met een logo en méér dan door een sigarettenpakje. Straf ...

Lindstrom pleit erg voor zogenaamde ‘smashable components’ van een merk. Een logo hebben alleen is niet genoeg: je moet een arsenaal aan elementen hebben die je merk herkenbaar maken. Bij McDonalds zijn dat bijvoorbeeld de clown, de kleuren geel en rood, de vorm van de restaurantdaken, de geur enzovoorts. Elk van die elementen kan apart – en zonder het logo – de associatie met McDonalds oproepen. Als je veel van die ‘smashable’ componenten hebt blijft er altijd wat over van je merk, ook als je je logo weglaat. Zo evolueer je van een logo als herkenningspunt naar symbolen als herkenningspunt en uiteindelijk naar zintuiglijke ervaringen als herkenningspunt. De USP (of unique selling proposition) wordt zo uiteindelijk een HSP (een holistic selling proposition). Hij gaat hier wel wat kort door de bocht door de bevindingen van zijn onderzoek te veralgemenen naar alle merken. Maar uiteraard zijn McDonalds en Marlboro merken die jaren gigantisch in hun logo geïnvesteerd hebben en op die manier associaties kunnen bouwen hebben in onze hersenen. Verder zijn sigaretten ook zo'n specifiek product dat je de bevindingen over Marlboro moeilijk door kunt trekken naar een merk van pakweg toiletpapier (Scottex bijvoorbeeld)...

Volgens Lindstrom wordt product placement dé manier om te adverteren in de toekomst. Erg belangrijk daarbij is wel dat het product in de context van het programma moet passen en subtiel moet zijn (geen overdreven logo’s).
"The logo is going to die." [Martin Lindstrom]

In het tweede deel van zijn presentatie toonde Lindstrom het verband tussen religie en sterke merk. Uit zijn neuromarketingonderzoek blijkt dat gelovige mensen op dezelfde manier reageren op logo’s van bijvoorbeeld Apple en Harley-Davidson als op religieuze symbolen. De vergelijking die Lindstrom maakt tussen religies en sterke merken is opvallend. Hij selecteert een aantal factoren die sterke merken en religies delen:
- het gevoel van ‘erbij te horen’: groepsgevoel
- een duidelijke visie
- een duidelijke vijand
- zintuiglijke waarnemingen (vb. de geur van een hamburger of de geur van wierook)
- verhalen
- grandeur
- evangelisme: fans treden op als ‘apostelen’, ook bij merken
- symbolen
- mysteries
- rituelen (vb. het kloppen op een fles Heinz of de ramadan)



Maarten Leyts en Tom Palmaerts - Trendwolves

Maarten Leyts en Tom Palmaerts van Trendwolves presenteerden vervolgens de resultaten van hun European Trend Report dat binnenkort uitkomt. Ze probeerden de macro-trends bij jongeren te vatten in een paar termen. Zo is er de term 'kidults' (jongeren blijven langer jongeren, ook dertigers kunnen nu sneakers dragen), 'globalisatie' (de wereld wordt kleiner vooral door communicatieapplicaties), 'lokalisatie' (liefde voor het erg lokale, als tegenreactie op de globalisatie), 'technologisering' (meer vertrouwen in technologie) en 'fragmentatie' (explosie van culturen en subculturen).

Europa telt ruim 92 miljoen 'youngsters' (14-25 jaar). Om meer inzicht te krijgen in die doelgroep heeft Trendwolves een grootschalig onderzoek uitgevoerd in Europese steden. Ze ondervroegen daarvoor 18.843 jongeren van 14 tot 19 jaar en 7094 jongeren tussen 20 en 25 jaar. Daar komen acht belangrijke elementen van jongerencultuur uit naar voren:
  • Looks - Als jongeren kleding kopen worden ze vooral geïnspireerd door merken (36%) en vrienden (22%). Merken als Diesel, Levi's, Nike, Adidas, Converse doen het goed. Maar heel ontnuchterend: kleren moeten vooral passen (62%). Het gaat niet alleen om kleding, maar ook om bijvoorbeeld gadgets, inspiratie uit games of manga.
  • Do it yourself - Jongeren passen bestaande zaken aan of creëren (en verkopen) iets zelf.
    Verbonden zijn - De GSM is belangrijker dan het internet, want een gsm hebben jongeren altijd bij zich. Het mobieltje gebruiken ze vooral om te sms'en (maar om iets af te spreken bellen ze).
  • 'Gathering' - Jongeren komen effectief samen op een festival of rave (globaal), maar ook in de jeugdbeweging (lokaal).
  • Helden - Jongeren hebben nog steeds globale helden, maar noemen vooral ouders, broers en zussen als hun belangrijkste helden. Er is een vervaging van ruimte en van tijd. Een jonge Deen noemde bijvoorbeeld Hitchcock, Obama en zijn oom als helden.
  • Reizen
  • Rebellie - Ouders mogen best naar Studio Brussel luisteren en een leerkracht mag jeans dragen, maar het 'us versus them'-gevoel blijft. Jongeren staan niet meer op de barricades maar uiten hun rebellie op andere manieren.
  • 'Skills' - Wat je kan naast school is heel belangrijk. Denk aan een originele MySpace-pagina maken of aan parkour doen. Het is niet voor niets dat de tutorials op YouTube zo goed bekeken worden.

Uit bovenstaande elementen zijn de belangrijkste trends voor 2009 af te leiden:

  • 'Lifestreaming': interactie met elkaar en het laten zien van je leven op sociale netwerken en andere communicatieplatformen.
  • 'Personal branding' (jongeren als merk): jongeren willen graag gezien worden en overal nemen ze foto's of laten ze zich fotograferen voor hun profielpagina, om te laten zien dat ze een cool leven hebben en om bevestiging te krijgen.
  • '(De)friending': jongeren beginnen kwaliteit van vrienden belangrijker te vinden dan kwantiteit. Vrienden als status is boeiend, dus het begint met zo veel mogelijk vrienden. Maar daarna denken ze “cut the crap” en vliegen de valse vrienden uit hun netwerk.
  • 'Entertailors': Internet is het geprefereerde medium van de jogneren (67%), ver boven tv (22%). Jongeren controleren zelf hun mediagebruik.
  • 'Turkish Delight': Turkije is een land met veel contrasten en geen enkel land in Europa heeft zoveel jongeren. Turkse jongeren zijn ambitieus, zeer sociaal en weerspiegelen perfect de ‘glocalisatie’-trend.
  • 'Hop, skip, jump': veel jongeren hebben de drang om bij te leren. Ze gaan zelf zaken exploreren. Hun bevindingen delen ze met de mensen rondom hen. Jongeren blijven langer thuis wonen ('Hotel Mama') of kruipen bij elkaar à la Friends.
  • 'Agents of change': Jongeren hebben controle over hun mediagebruik, over de boodschappen die ze toegestuurd krijgen, over de manier waarop ze willen leven, enzovoort maar ook op de gezinsaankopen.

Thijs Boon – VICE magazine

Thijs Boon van het jongerenmagazine VICE gaf een presentatie die nogal promotioneel was, maar gaf ons wel mee dat authenticiteit en ‘content’ essentieel zijn om jongeren te bereiken.

“It all begins at corporate headquarters. Develop relevance and credibility and
youth will love you”


Cameron Saunders – Channel 4

Cameron Saunders doet de marketing voor Channel 4 en e4.com. Volgens hem wordt het steeds lastiger om jongeren te bereiken en om hen te overtuigen om naar een programma te kijken. Hij noemt ze dan ook 'generation why should I care'. Dat het wel kan lukken, bewijst het succes van de multichannel-dramaserie 'Skins'. Er kijken meer dan 2 miljoen mensen naar, online video en andere inhoud heeft al ruim 3 miljoen views gekregen en de serie heeft 140.000 MySpace-vrienden.

De strategie die ze bij Channel 4 toepasten is: van 'discovery' naar 'involvement' naar 'advocacy'. De rol van marketing gaat steeds meer om het stimuleren, grootbrengen en coördineren van de dialoog. Focus op het creëren van waarde voor klanten. Investeer eerst in relevante inhoud en pas daarna in media.

Bij Channel 4 hebben ze een half miljoen pond uit het advertentiebudget genomen en dat gegeven aan het maken van ‘content’ (verhalen, foto’s,...) en het opzetten van platformen die het maken en delen van die content vereenvoudigen. Zo lanceerden ze een wedstrijd om het logo van de serie te ontwerpen, om de cast te stylen, enzovoort. Ze werkten met een zeer complex ‘micro-mediaplan’.

De investering in nieuwe media was ook voor Channel 4 nooit gezien. Om zijn chefs te overtuigen maakte Cameron de ‘magic equation’:

1x60x7=420

1 jongere met invloed beïnvloedt gemiddeld 60 andere jongeren via zijn netwerk, en mond-tot-mond-reclame blijkt uit onderzoek 7 maal krachtiger dan gewone reclame. Dat betekent dat 100.000 ‘beïnvloeders’ hetzelfde effect kunnen veroorzaken als 42 miljoen advertentie-impacts ...


Lorenz Bogaert - Netlog

Lorenz Bogaert van Netlog noemt zijn presentatie 'Masters of the Universe'. Netlog is met 40 miljoen leden en 6 miljard pageviews per maand dan ook het grootste sociale netwerk onder jonge Europeanen (14-24). De enorm snelle groei viel zelfs The Wall Street Journal op. Tot nu toe was de aanpak productgericht, komend jaar wil Netlog bouwen aan zijn merk. Meer informatie over Netlog vind je op http://corporate.netlog.com/


Nalden – Nalden.net

Nalden.net is een knappe site die helemaal gerund wordt door één persoon: Nalden. Hij doet zijn verhaal dus vanuit jongerenperspectief. Hij houdt zich bezig met bloggen, sneakers kopen, platen uitbrengen en advies voor reclamebureaus. Nalden.net is van een blog een merk geworden. De site ziet eruit als een soort desktop. Nalden heeft het niet voor klassieke banners en bedacht daarom een nieuwe manier van adverteren: grafisch hoogstaande wallpapers - advertenties die je niet herkent als advertenties als achtergrond van zijn blog. Onder andere Universal en Bacardi maken er al gebruik van.

Volgens Nalden is het niet zo moeilijk om jongeren te bereiken:

  • gebruik de juiste taal;
  • zorg dat je niet alléén online bezig bent;
  • onderschat je doelgroep niet;
  • focus je op het creëren van conversaties, niet op het genereren van zoveel mogelijk verkeer naar je website;
  • participeer in bestaande communities om mensen ambassadeur te maken, investeer in jonge talenten en doe aan co-creatie met jongeren;
  • beïnvloed de beïnvloeders.
"Dankzij Google hoef je niks meer te leren, want je kan het opzoeken." [Nalden]



Jeroen Boschma - BizcoB Barcelona

Jeroen Boschma is vooral bekend als auteur van het boek Generatie Einstein. Voor hem is de ‘nieuwe generatie’ al een feit. Het is een generatie jongeren die in de wereld van vandaag leven en 'm snappen, terwijl volwassenen er niets van begrijpen. Dat betekent dat je moet loslaten wat je geleerd hebt. De grootste fout die je kan maken, is denken dat je het wel weet.

Concreet betekent het dat je ideeën en concepten moet voorleggen aan je doelgroep. In onderzoek moet je luisteren maar vooral kijken: hoe reageren ze? Jongeren vragen zich af waarom ze bepaalde merken zouden toelaten in hun leven. Meer zelfs: ze vragen zich af waarom ze jouw merk zouden moeten kennen en waarom jij relevant bent in hun leven. Wat missen ze eraan als jouw merk niet meer bestaat? Waarom zouden ze bij jou komen werken?


Erik Van Den Branden - Deloitte

Erik Van Den Branden van Deloitte bracht een verhaal over recruteren. Deloitte is constant op zoek naar afgestudeerden, vooral in financiële richtingen. Uit een Engels onderzoek bleek dat 88% van de pas afgestudeerden hun sociale netwerk (offline en online) gebruikt om een job te vinden. Dat inspireerde Deloitte om een Facebookapplicatie te ontwikkelen om jonge medewerkers te vinden.

Werknemers van Deloitte konden een widget installeren op hun Facebookprofiel waarop stond ‘work with me’. Als ze nieuwe werknemers aanbrachten, kregen ze bovendien een bonus.
Het resultaat van de actie was frappant: op 4 dagen tijd slaagde Deloitte erin om 100 jongeren meer naar een recruteringsevenement in Leuven te lokken, terwijl er nog maar 65 zich ingeschreven hadden.

zaterdag 13 december 2008

In N Out Burger


Burgers zijn vaneigens zeer big in de States. Ze staan overal op de kaart en de beste burgerplaatsen zijn talk of the town. Nu is er eentje in San Francisco die zeer veel Word of Mouth krijgt: In N Out Burger. Het is een burgerresto in het verder veel te toeristische Fischerman's Wharf. Maar In N Out is een reden om er toch heen te gaan. Het is een Californische keten die enkel vestigingen heeft aan de Southwest coast. 

De keuze bij het binnenkomen is nogal beperkt. Op het menu staan: Hamburger, Cheeseburger, Double Double en French Fries. Maar er is ook een secret menu. Dat zie je niet in de shop. Dat moet je weten. Zo kun je een Flying Dutchman bestellen: een burger zonder broodje. Of een 4x4 (4 burgers, 4 sneetjes kaas), een 2x5 of een 30x20 als je zou willen. Of je frietjes animal style (met augurkjes, gesmolten kaas, geroosterde uitjes,...) Je burger kan ook animal  style natuurlijk. Of protein style, met een groot blad sla ipv een broodje. 

Geniale marketing vind ik dat. Zeer samenzweerderig en dé garantie op word of mouth. Want als je niet over de nieuwe items op het secret menu kunt spreken, kun je ze ook nooit bestellen. Ik voorspel deze vorm van marketing een mooie toekomst de volgende jaren.   Laten we het maar mysteriemarketing dopen. Of schaarstemarketing? Andere suggesties?

vrijdag 12 december 2008

Let's have a big time


Ik vertoef momenteel in de States en zag dat radiostation MNM zijn nieuwe logo introduceerde. Samen met de baseline "Let's have a big time". Iets in mij vindt dat dat niet echt bekt. Ik heb die baseline even afgetoetst met wat native speakers. Iedereen keek nogal vreemd. "Let's have big time"? Neen, zo zouden ze het nooit zeggen. 
Nu ben ik helemaal geen vendelzwaaier die absoluut voor de eigen taal wil opkomen. Maar als je dan toch per se een Engelse baseline wil, schrijf dan een deftige. Deze is zo mogelijk nog krommer dan "Q is good for you".

Branding en VRT, het zal waarschijnlijk nooit iets worden. De naam MNM is op zich ook al een klucht natuurlijk. Wat me wel benieuwt, is de strijd tussen sterke merken Studio Brussel (naast Klara het enige deftige VRT merk) en Peter Van de Veire. Verliest Studio Brussel luisteraars aan Van de Veire? Ik denk het eerlijkgezegd niet. Als u het mij vraagt, staat het gesternte voor MNM niet echt gunstig... Ik ben alleszins benieuwd hoe ze dit merk verder zullen invullen .